Edito : Samenwerking en synergie, 2 sleutelwoorden om hergebruik te bevorderen?

Het hergebruik van bouwelementen heeft vaak betrekking op een lokaal aspect, van beperkte geografische verspreiding, van bouwplaats tot bouwplaats: het is een van de beginselen zelf van de circulaire economie. Wij kunnen ons echter wel laten inspireren door de praktijk van hergebruik buiten ons geografisch gebied en informatie opdoen die ons model positief kan beïnvloeden. In dit interview deelt Damien Verraver met het Platform Hergebruik en zijn lezers zijn vaststellingen over de hergebruikpraktijk voor bouwmaterialen in Frankrijk en hij trekt tegelijkertijd een parallel met de Belgische situatie. Een weergave van de mening van de zaakvoerder van Retrival die nadenkt over de evolutie van het hergebruik en die de noodzaak onderstreept van samenwerking tussen de verschillende betrokken actoren, met inbegrip van de verschillende platformen die in onze regio in deze praktijk actief zijn.

 

“Voor iemand die aan hergebruik wil doen, en dat vertellen onze klanten ons regelmatig, is een van de grootste obstakels het gebrek aan beschikbaarheid van materialen. Voor een goed (her)gebruik moet het materiaal voldoen aan deze 3 logistieke criteria: kwantiteit, kwaliteit en tijdigheid. Het materiaal moet van goede kwaliteit zijn, in de vereiste hoeveelheid en tijdig beschikbaar.

Op dit moment verkopen we bijna meer afbraakmaterialen afkomstig uit Frankrijk dan uit België! De verkoopstructuur is meer ontwikkeld in Frankrijk. Het lijkt erop dat de popularisering van de hergebruikpraktijk in hun land belangrijker is en dat hun bewustmakingscampagne meer succes lijkt te hebben. Bovendien is de Franse regelgeving om twee redenen gunstiger voor hergebruik: ten eerste is de afvalstatus niet van toepassing op materialen die gericht zijn op hergebruik, en ten tweede is de CO2-impact van materialen nauwkeuriger gedefinieerd.

In Frankrijk hebben zij echter een ander probleem: zij hebben een tekort aan materiaal. Er zijn niet genoeg opdrachtgevers die selectieve deconstructie overwegen.

 

We kunnen de situatie dus als volgt samenvatten: in Frankrijk is de vraag naar materialen voor hergebruik groter dan het aanbod, en wij in België hebben te maken met het omgekeerde patroon: een grote beschikbaarheid van materialen, maar er wordt maar in beperkte mate effectief en concreet aan hergebruik gedaan.

In België zou dus een inspanning moeten worden geleverd om het gebruik van herbruikbare materialen op onze bouwplaatsen te sensibiliseren en te populariseren, terwijl in Frankrijk selectieve deconstructie zou moeten worden aangemoedigd.

Geconfronteerd met deze twee complementaire modellen, een Waals-Brussels en een Frans, moeten wij leren van onze respectieve buren zodat deze twee modellen op een dag uiteindelijk zullen samenkomen.

 

Maar laten we terugkeren naar een Brusselse focus: welke conclusies kunnen we trekken over ons model in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

We zien de ontwikkeling van verschillende digitale en fysieke platformen voor de verkoop van herbruikbare materialen: een van de meest wijdverspreide manieren om vraag en aanbod te doen ontstaan, is ze bij elkaar te brengen.

Toen ik 2,5 jaar geleden marktonderzoek deed naar de verschillende initiatieven in Frankrijk, waren er op dat moment 52 online verkoopplatformen voor herbruikbare materialen, waarvan 41 alleen al in de regio Ile de France. Dat werkt niet, het zijn er te veel. Als we kijken naar Wallonië en Brussel, dan bestaan er ook verschillende. We moeten proberen iets meer overkoepelend te creëren. Om meteen meer impact te hebben.

De samenwerking tussen deze verschillende platformen is noodzakelijk en complementair. Wij werken samen met Rotor, dat materiaal afkomstig van onze bouwplaatsen verkoopt. Wij werken ook samen met Batiterre, om toekomstige samenwerkingsverbanden te smeden.

Als iedereen op eigen houtje een klein platform probeert te maken, en  het laken naar zich toe probeert te trekken, zoals tot nu toe het geval is, zowel in Frankrijk als in België, zullen we niet veel bereiken. Daartoe zou men erin moeten slagen een instrument als Opalis, dat momenteel een interessante maar ontoereikende gids is, uit te breiden. We moeten een stap verdergaan, maar hoe, binnen welke termijn en met wie? Het debat over deze zaken is geopend en het is een werkelijk vraagstuk!”

 

Auteur van het artikel: Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad, interview met Damien Verraver