De COVID-19-crisis, met alle gevolgen van dien – en nog steeds – heeft ons eraan herinnerd dat onze economische stelsels en onze milieusystemen kwetsbaar zijn en dat onze samenlevingen niet langer dezelfde consumptiegewoonten kunnen bestendigen. De crisis heeft het begin van een bewustzijn van de eindigheid van de hulpbronnen versneld, en ons doen inzien dat we nu onze systemen moeten veranderen.
De circulariteitsbeginselen kunnen geloofwaardige oplossingen bieden. De herbruikbaarheid en het reconditioneringspotentieel van producten aan het einde van hun eerste levenscyclus bieden aanzienlijke mogelijkheden voor ecologie en duurzaamheid. De bouwsector is overigens een van de belangrijkste sectoren van de circulaire economie aangezien hij de grootste bron van directe broeikasgasemissies is. Het is dan ook van essentieel belang om in deze sector een transitie op gang te brengen naar een meer duurzame en circulaire economie.
Om deze energietransitie tot stand te brengen, hebben we meer dan ooit gedurfde innovaties nodig.
De materiaal-, energie- en koolstofvoetafdruk van een gebouw is immers aanzienlijk, van de aankoop van grondstoffen tot de installatie en het onderhoud van de verwerkte producten. Als aan het einde van de levensduur van het gebouw al deze materialen en uitrusting niet worden teruggewonnen, gaat alle energie die tijdens de productie van deze grondstoffen en tijdens de bouw van het gebouw is verbruikt, gewoon verloren, terwijl zij in een tweede leven had kunnen worden gebruikt en aldus had kunnen bijdragen tot een verlaging van de balans van dit eerste gebouw of van een ander vastgoedproject.
Overgaan op circulariteit betekent uiteindelijk meer systemisch denken.
Deze manier van denken kan natuurlijk niet blindelings worden toegepast. De cradle- to-cradle-benadering, zoals gedefinieerd door de Duitse chemicus Michael Braungart en de Amerikaanse architect William McDonough, legt de nadruk op een systemische, circulaire kijk op elementen die niet giftig zijn voor het milieu en voor de gezondheid. Om echt deugdzaam te zijn, moet het systeem dus zo transparant mogelijk zijn.
Dit vergt dan ook ingrijpende veranderingen in de wijze waarop gebouwen worden geproduceerd, gedocumenteerd, ontworpen, gebouwd, gerenoveerd, selectief worden gesloopt, worden gefinancierd, gebruikt en onderhouden.
Door de logica van circulariteit in te voeren bij nieuwbouw of renovatie worden gebouwen ware materiaalreserves die niet alleen een bron van voorraden vormen voor een toekomstige constructie, maar ook een bron van extra inkomsten kunnen worden, aangezien het in bouwmaterialen en uitrusting van gebouwen geïnvesteerde kapitaal niet verloren gaat, maar opnieuw wordt vrijgemaakt.
Onze deskundigen schatten dat deze cradle-to-cradle-benadering de waarde van gebouwen met wel tien procent kan verhogen ten opzichte van conventionele gebouwen. Want investeren in kwaliteitsmaterialen en -uitrusting volgens circulariteitscriteria (sourcing, scheidbaarheid, recycleerbaarheid, demonteerbaarheid, belichaamde koolstof en gezondheid van materialen), gecertificeerd en dus gedocumenteerd, uitgevoerd volgens circulariteitsprincipes, garandeert een maximale restwaarde voor elk product dat wordt teruggenomen in de materiaalbank die het pand is geworden.
Voor investeerders, projectontwikkelaars, fabrikanten en bouwers betekent dit ontwerpbeginsel een duidelijke kans om te innoveren.
Wat is de bijdrage van Building Information Modelling (BIM) tot circulariteit?
Building Information Modelling (BIM) brengt alle relevante informatie van een bouwproject samen. Terwijl architecten of ingenieurs vroeger hun eigen plannen moesten opstellen en afzonderlijke informatie moesten inwinnen over elke wijziging, hoe klein ook, kan met BIM alle informatie beschikbaar zijn in één digitaal model. Hierdoor kan op nauwkeurige en gedetailleerde wijze een digitale tweeling van het latere gebouw worden gemaakt.
Deze informatie kan vervolgens worden gedocumenteerd in het materiaalpaspoort van het gebouw. Elk gebouwspecifiek object is er gekoppeld aan specifieke gegevens die door de fabrikant en het bouwteam zijn verstrekt. Vervolgens berekenen wij het gewicht van elk product en materiaal en beoordelen wij de samenstelling en uitvoering ervan aan de hand van de verschillende hierboven beschreven criteria. De informatie die is opgeslagen in het materiaalpaspoort creëert een transparant en toegankelijk proces dat de belangrijkste factoren en criteria voor de beoordeling van de circulariteit van een gebouw belicht. Het beheer van al deze informatie wordt dus een uitdaging op zich.
Een materialenpaspoort via digitale uitwisselingsplatformen zoals Madaster zijn mogelijke oplossingen om de bouw echt circulair te maken.
Deze interface wordt omschreven als een “kadaster van gebouwen en materialen” en maakt het dus mogelijk de herwaardering van materialen binnen een vastgoedportefeuille of een grondgebied te stimuleren. Drees & Sommer ondersteunt Madaster, in de overtuiging dat dit platform een ware aanwinst kan worden voor ontwikkelaars en voor elke speler die betrokken is bij vastgoedontwikkeling en -beheer.
Om te komen tot een gestandaardiseerd gebruik van de principes van de circulaire economie is er nog veel werk te verzetten op het gebied van economie, bouw maar ook in de mentaliteit van mensen en bedrijven.
Er moeten veel industrieën en bedrijven bij worden betrokken om deze aanpak op een diepgaande en systematische manier toe te passen. Binnen de Europese Unie is de dynamiek positief en België geeft goede referenties. Er moet echter nog veel worden gedaan om ervoor te zorgen dat in de toekomst alle materialen opnieuw in een tweede levenscyclus kunnen worden opgenomen (afgezien van recyclage met weinig toegevoegde waarde, zoals hoogwaardige beglazing die wordt gerecycleerd tot glaswol). Als wij de bouwmarkt willen veranderen in de richting van een gezonder, deugdzamer model, moet er nog veel worden gedaan, niet alleen wat de industriële en economische aspecten betreft, maar ook in de mentaliteit.
Zin om er meer over te weten? Neem contact met ons op: info.brussels@dreso.com
Auteur van het artikel: Drees & Sommer
Plateform Hergebruik Gecoördineerd door In het kader van het Programma voor Circulaire Economie, met de steun van Leefmilieu Brussel
Medegefinancierd door Om deze nieuwsbrief rechtstreeks te ontvangen, neemt u hier een abonnement. |