Al één jaar Lively

Een terugblik

Jawel, het is al bijna één jaar geleden! En toch lijkt het alsof het gisteren was.

Het oorverdovende lawaai van de rotatiepers, de krantenjongens die als gekken door de Brusselse straten fietsten om het goede nieuws te brengen, het koortsachtige staccato van de schrijfmachines …

Nee, ik lach maar. Lively is een webmagazine, dus er komen geen rotatiepersen, krantenjongens, in rook gehulde redactiekamers, met inkt bevuilde Underwood-schrijfmachines, slappe hoeden of saffies aan te pas …

Dat is gewoon een beeld van vroeger dat in mijn hoofd blijft rondspoken. Sorry!

Hoe dan ook, Lively, het webmagazine van de Brusselse circulaire economie (en die van de rest van de wereld) viert binnenkort zijn eerste verjaardag.

De gelegenheid bij uitstek om een kleine balans op te maken die doorspekt is met interessante, althans dat hopen wij, overpeinzingen.

 

Maar jawel, u kent het wel

Wat? Hoe?

Kent u Lively niet?

U bent me erin aan het luizen, hé?

Hoezo, u kent het echt niet?

Bedoelt u dat u het écht niet kent?

OK, goed dan. Dat zou best kunnen, Het verbaast me, maar goed.

Ik zal dan maar beginnen bij het begin.

Het beginpunt van dit grote avontuur.

 

Alles begint aan het einde van de winter van 2018. En toch lijkt het alsof het gisteren was. Een ijskoude wind blies door de kale bomen. Ik was aan het mediteren met mijn goede vriend en collega Emmanuel Mossay, halfnaakt op het met ijs bedekte gras. We dachten na over een fundamentele kwestie:

hoe kunnen we de ontwikkeling van circulaire economie, dat boeiende economische model van de Grote Transitie, een duwtje in de rug geven?

Terwijl we daar de eerste uitlopers van onze atletische lichamen stonden op te warmen, bedachten we het volgende: de talrijke ontluikende circulaire initiatieven in Brussel zouden pas concreet gestalte kunnen krijgen als er meer vraag naar was.

Want zonder vraag is er geen aanbod en dus ook geen circulaire economie.

Dus, Manu, wat moeten we doen om de vraag te stimuleren? Om ervoor te zorgen dat de Brusselaars zin krijgen om circulair te kopen?

Wat kunnen wij als journalisten en trouwe aanhangers van de Grote Transitie doen om de sector te ondersteunen?

Manu legt zijn oor te luister op de stam van een ranke es. Hij sluit zijn ogen. Hij glimlacht. Hij heeft het gevonden. Eureka!

 

En zo ontstaat het idee om ons nieuwe webmagazine Lively.brussels te lanceren, met als hoofdgedachte: het verhaal vertellen van de circulaire economie in Brussel. De trends, de spelers, de projecten, de concepten … alles wat je moet kennen om te begrijpen hoe de economie van de toekomst eruitziet en welk systeem we moeten invoeren om onze mooie planeet te behoeden van die helse plunderingen.

In Brussel wordt er al fantastisch werk geleverd op dat vlak.

Dat zou dus onze missie worden in ons aardse bestaan.

 

En om dit boeiende (althans voor ons) project te lanceren, hebben wij in het kader van de projectoproep be.circular een dossier ingediend. En jawel, we haalden het project binnen. Gelukkig maar, want anders zou het veel ingewikkelder zijn geweest.

Dus bij dezen: dank u wel be.circular en dank u wel Brussels Gewest.

En zo begon alles dus.

 

En toen?

Dat is dus iets minder dan een jaar geleden. Maar wat is er sindsdien gebeurd?

Komaan Lively, vertel het ons! We branden van nieuwsgierigheid!

OK, goed dan. Eerst een beetje droge kost, want ik ga beginnen met wat cijfers.

Lively heeft tot nu toe bijna 80 artikels en tientallen interviews gepubliceerd met evenveel boeiende en gepassioneerde vrouwen en mannen; onze newsletter telt zo’n 500 trouwe abonnees (bedankt allerliefste abonnees!)

Maar dat kan ons eigenlijk niet zozeer schelen (temeer omdat dat wel eens naar ons hoofd zou kunnen stijgen).

Vanaf het begin was het onze bedoeling om dit webmagazine een zekere redactionele identiteit te geven, met een tegelijk moderne, positieve, out-of-the-box, inspirerende en pedagogische toon. En die zo mogelijk ook een glimlach zou toveren op het gezicht van onze lezers. Nee, nee, niks zeggen. Ik luister sowieso niet naar u.

En algemeen kunnen we toch wel stellen dat alles redelijk vlot is verlopen.

De spelers uit de circulaire economie ontmoeten, hun verhalen vertellen, hun passie, waarden en toewijding in de kijker zetten; wij putten enorm veel voldoening uit dit project, dat onze manier is om ons bescheiden steentje bij te dragen aan deze Grote Transitie die wij allemaal nastreven.

Wij hebben ook heel wat steun gekregen en willen die mensen vandaag bedanken.

Eerst en vooral de mensen van hub.brussels, die vertrouwen hebben gesteld in ons project en hebben bijgedragen aan het voortbestaan ervan, maar ook de cluster circlemade.brussels, een overkoepelende organisatie die steun verleent aan het merendeel van de spelers uit de sector en die ons heeft opgenomen als ondersteunend lid.

En uiteraard willen we ook een woord van dank richten aan al die door milieubescherming en transitie gepassioneerde redacteurs die bijdragen aan het webmagazine. Uiteraard denk ik daarbij aan Emmanuel Mossay, maar ook Céline en Jésus van het IEEP (Institute for European Environmental Policy), die ons bijstaan met hun expertise, Antoine, die ons verhalen uit andere landen vertelt, en natuurlijk ook Christian, onderzoeksmedewerker bij het Institut National de Recherche pour l’Agriculture, l’Alimentation et l’Environnement en historicus op het vlak van afval en circulaire economie, die ons regelmatig mee op reis neemt in zijn teletijdmachine.

En zo ging het dus. Een jaar vol fantastische avonturen en boeiende gesprekken, waarmee we een stap hebben gezet in de richting van deze ondernemers die mee bouwen aan onze nieuwe wereld. Ook aan hen: hartelijk dank.

Een aantal belangrijke trends

OK, Lively, stormlatten en wrijfwas, allemaal goed en wel, maar buiten de lengte van de haren van de polijstborstel hebben we nog niet veel bijgeleerd.

Ja, ja, het is al goed.

Ik ga het met u hebben over enkele belangrijke lessen die we hebben getrokken uit ons werk, onze studies en onze ontmoetingen van het afgelopen jaar.

Ik wil het met u graag hebben over de belangrijke trends die zich manifesteren in deze grootschalige beweging van de circulaire economie in Brussel.

 

Een levendig en dynamisch ecosysteem

Eerst en vooral willen we wijzen op het dynamisme, de rijkdom en de samenhang van het ecosysteem van de circulaire economie die in Brussel tot stand komt. Dat is immers echt opvallend.

En als we daar een beetje dieper op ingaan, dan zouden we zelfs kunnen stellen dat een van de sterke punten van dit ecosysteem schuilt in de kracht en complementariteit van de drie pijlers waaruit het ecosysteem bestaat.

De eerste pijler is een rijke, overvloedige en zeer geïnspireerde ondernemersstructuur. Waarschijnlijk is het zo dat er wekelijks nieuwe projecten uit de grond worden gestampt, dat er hier en daar makers en maaksters de sprong wagen en nieuwe economische modellen bedenken, vaak bedanken voor gemakkelijkere (en waarschijnlijk beter betaalde) jobs om hun waarden en professionele ambities te verwezenlijken. Wij doen ons uiterste best om de ins en outs in dit domein te volgen, maar dat is bijna onbegonnen werk doordat het er wemelt van de goede ideeën en nieuwe initiatieven.

De tweede fundamentele pijler van dit buitengewone circulaire ecosysteem in Brussel is de bijdrage die wordt geleverd door de instellingen en de gewestelijke en lokale politiek, en hun rol in dit ecosysteem, die zij zeer naar behoren vervullen. En ook dat is opvallend. Veel van de ondernemers die wij ontmoet hebben, wilden ons dat toch ook graag even meegeven. Het begon allemaal met het Gewestelijk Programma voor Circulaire Economie (GPCE); de steun uit politieke hoek en van de Brusselse administraties vormt echt een belangrijke troef voor de sector en de ontwikkeling ervan.

Temeer omdat deze massale en constante steun niet enkel een uiting is van een zeker positief opportunisme vanuit de overheid, maar ook echt aantoont dat zij de uitdagingen maar al te goed begrijpt en mee is met de visie van de economie van de Grote Transitie. En als u daarover zou twijfelen, dan nodig ik u uit om de interviews te lezen met deze twee opvallende persoonlijkheden: Barbara Trachte, Staatssecretaris voor economische transitie, en Isabelle Grippa, CEO van hub.brussels.

Ik zal u een voorbeeld geven: ik had nooit gedacht dat de grote bazin van het Brussels Agentschap voor Ondernemingen de volgende woorden in de mond zou nemen:

 

En ik citeer: “De klassieke, afvalproducerende economie moet tot het verleden behoren, net als de steenkoolmijnen. Op termijn zouden we afval alleen nog in musea mogen zien.”

Isabelle Grippa, CEO van hub.brussels

 

Geef toe, van betutteling is hier bijlange na geen sprake.

En dat is echt geweldig. Voor al wie twijfelt, bewijst dit toch dat politieke acties nog een grote waarde kunnen hebben.

 

De derde pijler die volgens ons mee de kracht bepaalt van de sector van de circulaire economie in Brussel, is precies het Brusselse karakter ervan. Het is misschien iets duidelijker voor ons, voor wie Brussel onze tweede thuisstad is (al 30 jaar lang), maar feit is wel dat de circulaire economie een concept is dat volgens ons helemaal aansluit bij de Brusselse geest.

Euh, Lively, dat is heel vriendelijk, maar wat is dat, die Brusselse geest?

Wel, volgens ons, is de Brusselse geest een magische alchemie bereid met een grote portie gezelligheid, menselijke warmte en openheid, een paar lepeltjes natuurlijke vrijgevigheid, een stevig stuk van dat verrassende vermogen om plezier, werk en respect voor de waarden te combineren en, tot slot, een grote schep van dat pragmatisme, dat professionalisme en die Belgische vindingrijkheid waaraan kenners ons herkennen.

Benoît Poelvoorde illustreert dit laatste kenmerk op een heel juiste en grappige manier; we raden u ten zeerste aan om dit filmpje te bekijken en te zien wat hij erover te vertellen heeft: https://www.youtube.com/watch?v=C46AbY7uAZs

 

Creativiteit alom

Bier maken met brood dat niet verkocht is geraakt (Janine), milieuvervuiling door koolwaterstoffen verminderen met haren (Hair Recycle), meubels maken met champignons die groeien op koffiedik (PermaFungi), fietsen maken van bamboe (Cycad) of van hout uit het Zoniënwoud (Zafi[1]), bier verkopen om mensen zonder papieren een dak boven het hoofd te bieden (100PAP), dieselwagens omvormen tot elektrische auto’s (Decarbone) … En ga zo maar door.

Niets dan creativiteit, inzet, inspiratie en goeie wil!

Want denken dat iets mogelijk is, is al een eerste stap, maar die gekke ideeën omzetten in projecten, acties en producten, dat is gewoon fantastisch. We hebben het inderdaad over pure creativiteit, maar ook over lef (je moet het durven), werk en toewijding.

En ook daar zijn we maar al te blij met de inzet van de Brusselse regering en overheid, die tal van middelen heeft aangereikt (Be.Circular, Greenlab, enz.) om deze creatieve ideeën te helpen uitwerken.

Dat wij deze makers en maaksters een platform kunnen bieden om hun verhaal te vertellen, maakt ons enorm blij en we zijn hen er ook dankbaar voor.

 

Een kritieke massa die we moeten zien te bereiken

Onze derde conclusie is iets minder lovend.

De Brusselse sector van de circulaire economie mag dan wel blijk geven van een verbijsterend dynamisme, toch weegt hij nog niet zwaar genoeg door op het systeem van de globale gewestelijke economie.

Is de hoeveelheid afval zichtbaar gedaald?

Niet dat wij weten.

Zijn er belangrijke economische spelers die het startschot hebben gegeven voor transitieprocessen met een échte impact?

Uiteraard zijn er lichte verbeteringen te zien, worden er initiatieven aangekondigd en projecten uit de grond gestampt.

Toch is volgens ons het antwoord op de vraag nog steeds ‘nee’.

 

We bevinden ons dus in een situatie waarbij er tal van projecten ontluiken met als grootste troef hun baanbrekende en inspirerende aard. Het kan dus. Kijk maar rond u, ze doen het toch maar!

Ze bedenken dingen, doen uitvindingen, creëren, innoveren, ontwikkelen, verkopen, boeken successen …

Het is dus mogelijk. Dat is de nieuwe economie. Dus, groten en machtigen der economie, het is uw beurt!

Het is nu aan de belangrijke spelers om verbintenissen aan te gaan, en de innoverende en creatieve modellen van deze makers en maaksters te bestuderen en te integreren.

Dat is een kloof die volgens ons nog gedicht moet worden.

Een aantal van die spelers (D’Ieteren[2] of Beffimo[3], bijvoorbeeld) heeft zich al vastberaden getoond op dat vlak, maar we hebben nog geen massaeffect bereikt. Waarschijnlijk zijn we er bijna.

 

En dan nu even over de bouw

En met die magische woorden en verhalen belanden we bij een van de hoofdthema’s van het moment: de circulaire bouw en meer in het algemeen de kringloopbouw.

Want als er één sector is waar met lopende projecten redelijk snel een aanzienlijke impact bereikt kan worden, dan is het wel de bouwsector.

 

Tijdens onze ontmoetingen en ons werk van het afgelopen jaar hebben we onder meer geleerd dat:

  1. het Brussels gewest een solide ervaring heeft opgebouwd op het vlak van kringloopbouw en circulaire bouw, wat concreet gestalte heeft gekregen met de oprichting van het Platform Hergebruik, een overkoepelend netwerk voor spelers uit de sector, maar ook dankzij het project Build Circular.Brussels en de cluster voor duurzame bouw en renovatie brussels.
  2. Deze sector kan rekenen op tal van goed georganiseerde spelers en begint hier en daar erkenning te krijgen, ook op internationaal vlak. Kringloopbouw op z’n Brussels, een term die stilaan ingeburgerd begint te geraken[4].
  3. Deze sector onderscheidt zich door de diversiteit en complementariteit van zijn leden. Vastgoedkantoren, architecten, adviesbureaus, ondernemers, inschakelingsbedrijven, federaties, opleidingsinstituten, gemeenten, de overheid … samen kunnen ze een zeer ruime waaier aan grootschalige projecten aanpakken, zoals het ZIN[5]-project, dat symbool staat voor alle perspectieven die in het verschiet liggen. We kunnen dus echt stellen dat er zich hier in Brussel een sterk circuit aan het ontwikkelen is.

 

Dus ja. De sector volgt het voorbeeld van bakkers-brouwers, schrijnwerkers-fietsers en andere autotransformatoren en wendt al zijn creativiteit aan om nieuwe modellen uit te vinden. Een bijzondere troef van de sector is het vermogen om zich te organiseren in een globaal systeem waarin projecten met een sterke milieu-impact gelanceerd kunnen worden.

 

Een rondje op de draaimolen

Het eerste jaar van Lively is een feit.

Kleine kindjes worden groot. Toen ik Lively leerde kennen, was hij nog maar zo groot.

Gaan we verder?

Kermismuziek. Liedjes van vroeger. De geur van smoutebollen en suikerspinnen.

Wie wil meer?

Ik hoor u niet.

WIE WIL MEER?

Oké, het is goed.

Nog een rondje!

Laat de draaimolen maar draaien!

Tot de volgende editie.

 

En heel erg bedankt iedereen!

 

 

***

 

Dit artikel was een idee van en is geschreven in samenwerking met het Platform van de Actoren voor het Hergebruik van Bouwelementen in Brussel, waarvoor dank!

Bedankt, Alexia!

 

***

[1] https://www.lecho.be/entreprises/sport/zafi-le-velo-en-bois-certifie-foret-de-soignes/10344303.html

[2] https://www.lively.brussels/index.php/2021/09/05/il-etait-une-fois/

[3] https://www.befimmo.be/nl/news/zin-op-la-une

[4] https://www.lively.brussels/index.php/2021/10/07/brusseleir-circular-builders/

[5] https://zin.brussels/nl/news/eerste-circulaire-betonstort-in-de-benelux/