Zinneke

Tijdens het FCRBE Final Event, dat plaatsvond op 16 en 17 november 2021, vonden er workshops en een werfbezoek plaats op de tweede dag. Met 50 deelnemers trok het Platform Hergebruik langs het Kanaal, naar Zinneke, een project voor de winning en integratie in-situ en ex-situ van herbruikbare materialen.

Onze groep kreeg een rondleiding in het project door Michael Ghyoot van Rotor. De rol van de vzw bestond erin de klant en het architectenbureau Ouest Architecture bij te staan in hun aanpak van het hergebruik van bouwmaterialen. Het Rotor-team heeft het project van zeer nabij gevolgd en zal dat blijven doen tijdens de komende jaren van renovatie aan de Zinneke-gebouwen.

De renovatie is gebaseerd op 5 doelstellingen:

Het behoud van het bestaande gebouw, met het conserveren van wat mogelijk was in de structuur van de gebouwen.

Hergebruik van materialen in het project bevorderen. Ondanks de formele context en de betrokkenheid van de overheidssector, die het hergebruik van materialen in het project bemoeilijkten, werd de aanpak zowel bij de winning als bij de integratie, in-situ en ex-situ, verwezenlijkt. Bij de ter plaatse hergebruikte materialen rekenen wij bijvoorbeeld de bakstenen van bepaalde op de bouwplaats aanwezige muren die op de juiste manier werden ontmanteld overeenkomstig de vooraf vastgestelde doelstelling inzake hergebruik. Bij de in de bouwplaats geïntegreerde ex-situ-producten gaat het om materialen die zijn teruggewonnen uit de markt voor hergebruik. Deze stappen werden gezet in samenwerking met de 3 betrokken actoren, d.w.z. de ontwerper, de opdrachtgever en de aannemer: in Bouwteam, in een co-development-proces, door Michael: de 3 musketiers genoemd.

Bevorderen van de flexibiliteit van het project, in zijn ontwerp voor de toekomst, door te anticiperen op mogelijke alternatieve gebruiksmogelijkheden van het gebouw na de huidige en door te werken aan de omkeerbaarheid van het ontwerp.

Betrokkenheid van het Zinneke-team bij de werkzaamheden, aan de deelnemers van de verschillende workshops en opleidingen zoals schrijnwerkerij, bouwworkshops, enz. werd gevraagd om mee de handen uit de mouwen te steken.

Wij hebben de gelegenheid gehad de “opslagruimte” te bezoeken, die een essentieel onderdeel vormt van de organisatie van het hergebruik, want men weet dat men, om materialen, in-situ of ex-situ, opnieuw in een project te kunnen integreren, moet weten hoe men ze ergens kan opslaan. De noodzaak om in het gebouw een ruimte voor dit doel te reserveren is gedurende het hele project duidelijk gebleken. Deze ruimte zal nadien door de Zinneke-teams behouden worden als kringloopwinkel. Bovendien werd de tuin van een aanpalend huis gebruikt voor de opslag van grotere delen van de aan de gang zijnde renovatie.

Het gaat dus om een groep actoren die zich aan het project hebben gecommitteerd en die zich hebben verenigd rond dezelfde wens: afstappen van de traditionele renovatie door circulaire principes te integreren in een gemeenschappelijk project.

De rest van het bezoek werd in twee subgroepen afgelegd, om de rondgang door de verschillende gebouwen te vergemakkelijken, te beginnen met het “kasteel”. Tijdens dit tweede deel van het bezoek konden wij de materialen zien die in de nieuwe gebouwen zijn hergebruikt en toegepast.

Sommige van de hergebruikte materialen zijn soms op initiatief van de opdrachtgever, soms op initiatief van de aannemer zelf en ook op voorstel van de ontwerper, zodat deze elkaar tot nu toe gedurende het hele project hebben aangevuld. Dit is een manier van werken die in het project in het algemeen wordt aangemoedigd.

– De stalen deur van de werkplaats, met gelijmd gelamineerd hout. De aannemer stelde voor om een deel van de deur die de twee werkplaatsen binnen scheidde te hergebruiken en te gebruiken om de twee kamers af te bakenen.

 

De trap op de binnenplaats. Heel laat in het proces integreerde de architect een trap die op 1 kilometer afstand van de bouwplaats van Zinneke werd gevonden. Het was een last-minute-klus waarbij iedereen betrokken was, vanaf de eerste fase, toen het imposante stuk op de binnenplaats werd gesimuleerd, tot de uiteindelijke integratie. Het tweede deel van de trap wordt gebruikt in een ander deel van het gebouw. Qua timing was dit erg kort, aangezien het onderdeel werd gevonden een week voordat de bouwaanvraag voor het project binnen moest zijn.

 

Isolatie, houten schappen, branddeuren en ruiten: de cafetaria zit vol hergebruikte materialen. De schappen achteraan in de cafetaria krijgen een tweede leven, net als de oude ladder waarmee je bij de schappen kunt. Achter de vele OSB-platen vinden we een partij isolatieplaten van een ander gebouw die voor een zeer lage prijs werd opgehaald. Het glazen deel begint aan zijn derde levenscyclus. Deze werden vroeger gebruikt als buitenglas en blijven in het project, maar worden nu binnenshuis gebruikt. De branddeur komt uit een kantoorgebouw in Parijs. Moeilijk te hergebruiken als branddeur, omdat zij aan strenge voorschriften zou moeten voldoen om aan de normen te voldoen, wordt zij in dit project gebruikt als eenvoudige deur, dus zonder enige specifieke functionele verplichting.

Wij doorkruisen de tuin om bij het volgende gebouw te komen, dat al wordt gekenmerkt door een dertigtal ramen van totaal verschillende types. Deze ramen werden hergebruikt en werden in de aanbesteding opgenomen zonder dat bekend was welke partij ramen zou worden opgenomen.

– In ditzelfde gebouw, dat oorspronkelijk 2 typisch Brusselse huizen was, is de vloer gemaakt van hergebruikt parket, een deel van het meubilair is hergebruikt, net als de voordeur en de open haard. De witte binnentrappen zijn nieuw want hergebruik was hier niet mogelijk omdat het om een moeilijke precisieklus ging. Hier geven we ook mee dat er enige moeilijkheden opdoken toen de massieve eiken vloer opnieuw op zijn plaats werd gelegd. Hoewel veel goedkoper dan een nieuw parket van deze kwaliteit, duurde het iets langer om hem klaar te maken voor hergebruik, aangezien nieuwe vloeren meestal meteen klaar zijn voor gebruik.

– De ventilatie, eveneens hergebruikt, is afkomstig van een renovatie in het stadscentrum. Het was de organisatie van de overdracht die bepaalde moeilijkheden veroorzaakte, evenals de coördinatie en het verzamelen van de akkoorden van de verschillende actoren. De verantwoordelijkheid voor de goede werking van de machine werd van de eerste eigenaar op de volgende overgedragen, zonder dat de aannemer hiervoor verantwoordelijkheid droeg. De aannemer was enkel verantwoordelijk voor de plaatsing van de machine op de bouwplaats. De garantie voor de goede werking van de machine berust bij de contractanten van Zinneke, die dit risico hebben aanvaard omdat de vervanging van een onderdeel van de machine niet zo duur is.

Dit bezoek aan dit project waarbij hergebruik werd geïntegreerd, stelde de deelnemers in staat zich bewust te worden van de uitdagingen in verband met hergebruik in een concreet geval, te zien in welk kader de door het project ontwikkelde instrumenten kunnen worden gebruikt en ook op een minder formele manier fysiek bijeen te komen voor de afsluiting van dit eerste deel van het Interreg NWE FCRBE-project.

 

Auteur van het artikel: Alexia Meulders, Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad