Architectenbureau Mamout Architects integreert hergebruikte materialen in hun projecten

U heeft zeker en vast wel al eens gehoord van dit Brusselse architectenbureau. Sébastien Dachy en Matthieu Busana ontwikkelen een visie op duurzame architectuur die gericht is op het optimaliseren van het gebruik van grondstoffen. Hun werk werd al meermaals erkend en ze staan op de lijst van de laureaten van de Belgian Building Awards van 2019 in de categorie “jong en talentvol bureau”. Hun werk combineert het behoud van het bestaande met de integratie van hergebruikte materialen. Het kenmerk van het werk van Mamout Architecten is een combinatie van de charme van het oude met de moderniteit van het nieuwe.

 

 ©Mamout Architectes | Vondelwerf

Desondanks de vertragingen die zijn opgelopen door de gezondheidscrisis, zijn de werken op de Vondelwerf in Schaarbeek opnieuw begonnen. De renovatie van voormalige stallen tot woningen is nu al enkele weken terug bezig.

Deze toekomstige gezinswoning bestaat uit twee verdiepen en is op een klassieke manier geconfigureerd. Er is gekozen voor een renovatie die steunt op het behoud van het bestaande: de gelijkvloers zal bestaan uit de leefruimten aangevuld met een functionele ingang. De eerste verdieping is voorbehouden voor de ouderlijke slaapkamer, een badkamer en een bureau. De bovenste verdieping wordt de kinderkamer en zal modulair opgebouwd zijn. Deze heeft een ruimtelijk plan dat veranderlijk is en plaats biedt aan een variabel aantal slaapkamers.

De werf hecht bijzondere aandacht aan het hergebruik van materialen, zowel in situ als ex situ.

Doorheen de jaren hebben de ontwerpers tal van expertise opgebouwd dankzij hun talkrijke projecten die renovatie en hergebruik combineren. Dit maakt dat er op deze werf intensief gebruik wordt gemaakt van teruggewonnen materialen.

 

Om te beginnen zijn de deuren, bakstenen, blauwe stenen en bepaalde sanitaire voorzieningen afkomstig van materiaal dat gedemonteerd werd of in situ gesloopt werd. De trap, en onder andere de keuken, werden aangekocht om hen een tweede leven in te blazen in dit project. En tenslotte werden materialen zoals de betonnen sokkel uitgekozen om de tweedehands trap aan te passen aan de bestaande afmetingen.

 

       

 ©Mamout Architectes | Vondelwerf

 

Het project maakt ook gebruik van nieuwe materialen. Deze werden echter geselecteerd op basis van hun duurzaamheid en van hun geringe ecologische voetafdruk/impact. Een voorbeeld hiervan is de houtwolisolatie dat gebruikt werd voor de isolatie van de gevels.

Maar waarom gebruik maken van hergebruikte materialen?

Het is allemaal begonnen met hun Charles Malis project. Dit werd gerealiseerd in samenwerking met LD2 Architecture en Stéphanie Willocx Architecte. Tijdens dit project hebben ze hergebruikte kasseien en verlichting toegevoegd aan de nieuwe materialen op de werf. Het was ook de eerste keer dat het architectenbureau Mamout Architectes samenwerkte met Rotor.

Sébastien en Matthieu hebben een nieuwe manier van werken ontdekt. De integratie van de praktijk van het hergebruik in hun project(en) vloeit voort uit hun persoonlijke motivatie. Aanvankelijk was hun aanpak timide. Maar de verbetering van de technieken en de evolutie van hun expertise hebben ervoor gezorgd dat ze het hergebruik van materialen blijven verderzetten en zelfs intensifiëren.

 

En het begon allemaal bij hun eigen woonst. Het was immers tijdens de renovatie van zijn eigen huis dat Matthieu de waarde van het hergebruik van bouwelementen is beginnen inzien.

 “Deze materialen zijn doordrenkt van geschiedenis en brengen een zekere esthetiek met zich mee die niet terug te vinden is in nieuwe bouwelementen.“ (Matthieu Busana, 2020)

 

 ©Mamout Architectes | Vondelwerf

 

Nieuwe materialen brengen niet dezelfde emoties teweeg. Het beste hergebruik van bouwelementen noodzaakt een zorgvuldige analyse van het gebouw en het al bestaande en vraagt ook om een ontleding van de intrinsieke kwaliteit, benadrukt Matthieu.  Het doel is om te proberen te verbeteren wat er al is en om zoveel mogelijk zaken te behouden in plaats van ze te slopen en opnieuw op te bouwen.

De twee partners willen echter wijzen op het belang van het vinden van een ecologisch evenwicht enerzijds en een economisch en sociaal evenwicht anderzijds. Ze denken in functie van de menselijke energie die wordt gebruikt en in functie van de werklast. Hergebruik in hun projecten moet een plezier blijven, iets wat niet steeds mogelijk is.

Dit vergt tijd en de mobilisatie van de verschillende belanghebbenden in het project. Sommige materialen zijn moeilijk te vinden en vooral moeilijk aan te passen aan het bestaande. “Maatwerk” is een begrip dat niet bestaat in de praktijk van het hergebruik. Zo was in het Vondelproject de installatie van een betonnen sokkel nodig om de trap aan te passen aan het bestaande gebouw.

De praktijk van het hergebruik van materialen brengt nog een moeilijkheid met zich mee, namelijk het stockageprobleem. Ook al wordt dit probleem niet op alle bouwplaatsen aangetroffen. De Vondelwerf, bijvoorbeeld, beschikt over genoeg ruimte die de opslag van materialen ter plaatse mogelijk maakt. In het algemeen is dit echter een aspect dat de aannemers vaak ontmoedigt om materialen te hergebruiken. Zij zijn namelijk zelf verantwoordelijk om de kwaliteit van de teruggewonnen materialen te verzekeren.

Er ontstaat een echt netwerk dat zich ontwikkelt. Het is een samenwerkingsverband dat afstand wil nemen van het consumentisme. Men vindt in deze waardeketen een genoegen in de valorisatie van tweedehands elementen. De mensen die professioneel met hergebruik bezig zijn, de wederverkopers zoals Rotor, Opalis, de aannemers, het netwerk van sloopbedrijven, de klanten, kortom iedereen begrijpt waar het project heen moet en is zich bewust van de risico’s en de aanpassingen dat het met zich meebrengt.

 

 ©Mamout Architectes | Vondelwerf

 

Het is een collectief werk dat gebaseerd is op het vertrouwen in de expertise van een ander en waar zelfs de klant bij betrokken kan worden. Zo werd de trap voor het Vondelproject door de opdrachtgever gevonden in zijn privé-netwerk. De verschillende samenwerkingen tussen professionals, particulieren, aannemers, uitwisselingsplatformen… hebben ervoor gezorgd dat de uitwisseling van materialen en de transitie ervan van de ene bouwplaats naar de andere werd mogelijk gemaakt.

Sébastien en Matthieu hebben een bewust cliënteel dat zich aangetrokken voelt tot hun renovatieaanpak. Hun eerste reactie is om zich af te vragen wat ze kunnen doen met wat er al bestaat, hoe ze het mooier kunnen maken en hoe ze het kunnen valoriseren.

 

Auteur van het artikel: Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad.