Inleidend artikel voor het eindwerk: Hergebruik bij overheidsopdrachten

Delphine Michaud

Inleidend artikel voor het eindwerk: “Réemploi & commande publique, focus sur Nantes Métropole et la Région Pays-de-la-Loire” [Hergebruik bij overheidsopdrachten, focus op Nantes Métropole en de Regio Pays-de-la-Loire, (vert.)].

 

Het Platform Hergebruik ontmoette Delphine Michaud, een studente uit Nantes die een eindwerk heeft verdedigd over hergebruik van bouwelementen met focus op de Regio Pays-de-la-Loire. De bevindingen van deze studie komen sterk overeen met die welke in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn waargenomen. Voor de nieuwsbrief van het Platform Hergebruik vatte Delphine Michaud haar studie samen.

 

In Frankrijk, evenals elders in Europa, wint hergebruik van materialen terrein.

Op sommige plaatsen wordt er meer vooruitgang geboekt dan elders. In Nantes, een metropool in het westen van Frankrijk met 24 gemeenten en meer dan 650.000 inwoners, en in de Regio Pays-de-la-Loire, is het streven naar duurzame ontwikkeling niet nieuw. De metropool en de regio worden zelfs regelmatig genoemd als voorbeeld op het gebied van het in aanmerking nemen van maatschappelijke en milieukwesties. Nantes is ook de enige Franse stad die tot Groene Hoofdstad van Europa is verkozen.

En toch duikt circulair bouwen nauwelijks op in het lokale politieke discours, en de voorbeelden van hergebruik blijven zeldzaam. Het hefboomeffect van de overheidsuitgaven is echter aanzienlijk, in een context van intensieve stadsvernieuwing.

 

In het kader van de Gespecialiseerde Master Energietransitie bestudeerde ik de rol van de lokale en regionale overheden, die bij wet zijn aangewezen als de bewakers van de energietransitie. Hoe kunnen overheidsopdrachten bijdragen tot de massalisering van het hergebruik van bouwmaterialen? Ik heb mijn adoptiestad en -regio als studiegebied gekozen, met focus op Nantes Métropole en de Regio Pays-de-la-Loire.

 

Het was een cursus aan de Nationale School voor Architectuur in Nantes die mijn belangstelling voor het onderwerp heeft gewekt. Die cursus ging over de analyse van het stedelijk metabolisme. Door een betere kennis van de stromen die het grondgebied binnenkomen en verlaten, en dus van de druk die dit grondgebied op zijn omgeving uitoefent, moeten wij in staat zijn de negatieve gevolgen ervan te beperken. Als antwoord op de schaarste van de hulpbronnen en de opeenstapeling van afval wordt de kringloopeconomie, met name het hergebruik van bouwmaterialen, een alternatief voor de lineaire bouwmethode.

 

Dit onderzoekswerk, uitgevoerd van januari tot november 2020, bestond eerst uit een overzicht van de bestaande literatuur: op welke manier speelt de bouwsector een belangrijke rol in de transitie? Wat zijn de bijdragen van de analyse van het territoriale metabolisme? Ik heb ook aandacht besteed aan de opkomst van hergebruik in het institutionele discours, en de groeiende rol van overheidsopdrachten als instrument voor territoriaal beleid.

 

Daarna werd een twintigtal actoren uit de lokale stedelijke economie bevraagd. Dankzij hun feedback, gecombineerd met andere ingezette middelen, konden de belemmeringen voor de massalisering van hergebruik worden in kaart gebracht en daarbij werden ook drie grote aanbevelingen gedaan.

 

De voorwaarden scheppen voor het samenkomen van vraag en aanbod

In de eerste plaats is het aanbod van herbruikbare materialen de laatste jaren goed gestructureerd. In 2020 ligt de uitdaging meer aan de vraagzijde: het is de bedoeling het gebruik van materialen uit ontmanteling te intensiveren, en het gebruik ervan op het grondgebied te bevorderen. Daartoe kunnen de lokale en regionale overheden een grondige territoriale diagnose stellen, de materiaalvoorraden in kaart brengen en vooral de projecten om deze te exploiteren. Het doel is een echte circulaire strategie te integreren in het territoriale ontwikkelingsproject. De oprichting van een platform voor de opslag en recuperatie van deze materialen wordt dan een centrale kwestie, die door veel van de bevraagde belanghebbenden aan de orde is gesteld.

 

Ontwerpen van overheidsopdrachten waarbij hergebruik wordt bevorderd

De tweede grote uitdaging ligt in de prestaties van de opdrachten: alleen de bereidheid om hergebruik te integreren volstaat niet. Al te vaak stuit de publieke opdrachtgever op technische of juridische belemmeringen. Toch is het mogelijk om doeltreffende bestekken ter zake te ontwerpen. De noodzaak om te anticiperen, om te ontkokeren is duidelijk. Technieken voor circulaire opdrachten zijn al getest in andere gebieden en kunnen worden gereproduceerd. De studie heeft het ook mogelijk gemaakt de aandacht toe te spitsen op projecten die het dubbele belang van de sociale clausule aantonen: of hoe de inschakelingsclausule het mogelijk maakt om, naast de onmiskenbare sociale impact, ook de milieu-impact van onze activiteiten te verminderen.

 

Synergieën rond het circulair project tot stand brengen

Ten slotte is de derde uitdaging die tijdens deze studie vaak is genoemd, alle actoren van de lokale stedelijke economie zover te krijgen dat zij meewerken aan deze doelstelling van circulair bouwen. Hergebruik massaliseren, dat is in de eerste plaats een volledig verwerkingstraject structureren en “sluiten”: opdrachtgevers, bouwdirecties, architecten, verzekeraars, bouw- en sloopbedrijven, kringloopcentra voor de materialen, publieke, private actoren, grote groepen, kmo’s, ondernemingen uit de sociale en solidaire economie.

Een enorme uitdaging dus, maar wel een die onontbeerlijk is en binnen het bereik van de lokale en regionale overheden ligt. Zijn zij niet bedoeld om de lokale economische structuur rond projecten van algemeen belang tot stand te brengen? Het gaat er niet om de volledige verantwoordelijkheid voor een duurzamere bouw op zich te nemen, maar om deze noodzakelijke verandering aan te sturen.
Regionale of nationale netwerken zoals INEC (“Institut National pour l’Economie Circulaire” [Nationaal Instituut voor de Circulaire Economie, vert.]), Europese programma’s, zoals INTERREG, of Eurocities, lanceren initiatieven om hergebruik van materialen te versnellen.

 

Dit eindwerk zou een aanvulling verdienen. Het zou immers interessant zijn om te onderzoeken welke hefbomen in deze netwerken kunnen ingezet worden: kennisdeling, opleiding, acculturatie, experimenten en… financieringen!

 

Als je deze studie wenst te lezen, dan kun je ze hier vinden.

 

Auteur van het artikel: Delphine Michaud